Na stoelen zijn zwaarden de belangrijkste attributen van het koningschap bij de Ashanti. De koning houdt een zwaard in de hand terwijl hij zijn officiële eed van koningschap aflegt. Andere hooggeplaatsten houden zwaarden vast terwijl ze hun trouw aan het nieuwe hoofd zweren. Weer andere zwaarden worden gebruikt in religieuze purificatieriten voor de ziel van een koning. Zwaarden vormen regalia in heiligdommen waar ze bescherming bieden en hun kracht van de goden verkrijgen (Cole and Ross, 1977:145).

Volgens McLeod is onderhavig exemplaar een voorbeeld van een zwaard met hoofdzakelijk spirituele betekenis (1981:91) welke een aparte klasse vormen, de zgn. 'keteanofena', die weer onder te verdelen zijn in twee soorten, 'bosomfena' en 'akrafena'. Keteanofena zijn nauw geassocieerd met de spirituele gezondheid van de koning, zijn 'akra'. Ze worden naast hem op bed gelegd als hij gaat slapen en bieden bescherming aan zijn ziel.

Behalve het zwaard zijn tevens een à cire perdue gegoten ornament en een schede belangrijk, die hier ontbreken.

Er is enige overeenkomst zichtbaar tussen deze zwaarden en islamitische, met name Turkse, bladen, hetgeen te verklaren valt door de aanwezigheid van islamitische handelaren uit de oude Sudanese koninkrijken al lang voor de stichting van het Asante koninkrijk. Gedurende de 17e eeuw werd het zwaard vervangen bij de introductie van het Europese musketgeweer. Het zwaard kreeg een bijzondere status als object dat de macht van de Asantahene, de koning, op zijn drager kon overbrengen. Op deze manier had het zwaard als machtssymbool een functie in het samenbrengen van verschillende volken in het Akan-koninkrijk, waarbij de culturele, militaire en politieke organisatie van de Asante de overhand had (Spring, 1993:56).